FUNCTIONEEL TRAINEN

Een client heeft vaak een doel, maar wat zijn precies de fitness vereisten? Welke weerstand moet er overwonnen worden en vanuit welke hoek? We hebben het over biomechanica, het samenspel van spieren, botten, ligamenten en de zwaartekracht waardoor beweging mogelijk wordt. Kennis hiervan maakt mogelijk om meer gericht te trainen.

Daarnaast is het belangrijk wat de energie- en herstelkosten zijn van die activiteit. Dat valt onder het vak inspanningsfysiologie. Biomechanische- en inspanningsfysiologische analyses zijn noodzakelijke vaardigheden van een trainer. Dat kan heel complex zijn, maar we hebben het vertaald naar een blokkendoos die geschikt is voor fitness.

Er zijn veel verschillende doelen, zoals gezondheid, shapen of de fitheid verhogen voor een specifiek doel. Al die doelen vereisen andere biomechanische- en inspanningsfysiologische accenten in je training en dat leren we je aan de hand van een systeem.  

Naast de fitnessgerelateerde zaken hebben we ook te maken met de mens. Sommige willen spelen, anderen presteren. Weer anderen willen verrast worden, terwijl sommigen leven bij de regels. Als je dat goed in kunt schatten, dan kunnen ze het beter volhouden.  

Er zijn geen foute bewegingen, maar er zijn wel bewegingen die meer of minder efficient zijn. Dat noemen we energielekken en als trainers helpen we die te minimaliseren. Daarbij leren we je kijken naar ademhaling, mobiliseren en coördinatie. Dat hebben we samengevat tot een systematische aanpak die we naadloos integreren met een training, zodat je door kunt met het doel waarvoor de client komt en waardoor de motivatie hoog blijft. 

Het uitgangspunt is het menselijk bewegen, zoals het lopen, rennen, springen, gooien, rollen, klimmen, etc. Die zullen we biomechanische analyseren en vertalen naar bijpassende oefeningen. 

Je kunt op verschillende manieren belasten. We behandelen barbells, pivotwerk, RIP trainers, suspensiontrainer, cardioboksen, sandbags, kettlebells, sleds, battleropes en idd ook met lichaamsgewicht. . 

Het belasten bestaat traditioneel uit kracht- en conditietraining, maar het accent lijkt voor personal trainers vooral te liggen op krachttraining. Daar valt een hoop over te zeggen als het gaat om reps, sets, volumes, volgorde, etc. Ook kun je krachttraining in 3D doen, waardoor de adaptatie in het lichaam veel gerichter wordt gestimuleerd. Je wordt dan een allround trainer.

Daarnaast besteden we veel aandacht aan het ‘conditioning’ deel waar de keuze vaak niet verder strekt dan duurtraining of een Tabata (20s arbeid en 10s rust x 8). Waarom 20s en niet 2 minuten arbeid? Waarom 10s rust en geen 20? Het zijn de vragen die je leert stellen en waar je ook antwoorden op krijgt, zodat je nog verder kunt ontwikkelen in je vak. 

Als de beweegkwaliteit op niveau is en er is voldoende kracht en uithoudingsvermogen dan kunnen we dit beproeven. Je kunt dan naar powertraining, je kunt het evenwicht uitdagen, extremere beweeguitslagen, etc. Dat kan soms al vanaf dag 1 tijdens een training of soms alleen voor bepaalde bewegingen, afhankelijk van de resultaten van je analyse. Niets is rigide in ons systeem, maar juist heel persoonlijk. 

Het kennen van oefeningen is een vereiste voor elke trainer. We noemen dat ook wel eens de beweegvocabulaire. Die breiden we graag uit. Dan moeten we vervolgens gaan bepalen welke selectie van oefeningen, welke volgorde en met welke intensiteit. Dit noemen we programmeren, waarbij je het afstemt op het doel en de cliënt.

Trainen gaat ook in fases, want je lichaam moet op het juiste moment op de juiste wijze geprikkeld worden. Dat is niet zomaar variëren, maar gepland. Dat noemt men periodiseren. Het is voor veel trainers een onderontwikkeld aspect is, maar het is cruciaal. Naast woorden (oefeningen) leer we je vooral ook de grammaticaregels van het trainen.